Aansprakelijkheidsbeperking in een ICT-contract; Vonnis over uitleg van het exoneratiebeding

Op 16 oktober jl. heeft de rechtbank Amsterdam een uitspraak gedaan in een geschil over een exoneratiebeding in een ICT-overeenkomst tussen Ctac (ICT-leverancier) en Leaseweb (hostingprovider). Ctac stelde in die kwestie dat het exoneratiebeding zo moet worden uitgelegd dat partijen aansprakelijkheid voor álle vermogensschade hebben uitgesloten. De rechter gaat daar echter niet in mee, en veroordeelt Ctac (onder meer) tot het betalen van een schadevergoeding van ruim €1,25 miljoen aan Leaseweb. Hoe kwam de rechter tot dit oordeel?

19 nov. 2019

In het Nederlands recht is het uitgangspunt dat iedereen zijn eigen schade draagt. In beginsel biedt de wet partijen echter de mogelijkheid om andere afspraken over de verdeling van aansprakelijkheid te maken. In de praktijk maken contracterende partijen in dit kader regelmatig gebruik van zogeheten ‘exoneratiebedingen’. Een exoneratiebeding is een bepaling waarin de aansprakelijkheid van een partij wordt beperkt of uitgesloten. Als het puntje bij het paaltje komt, leidt de uitleg van dergelijke bedingen echter nogal eens tot discussies. De begrippen ‘directe schade’ en ‘indirecte schade’ spelen daarbij vaak een rol. Omdat deze begrippen niet in de wet zijn vastgelegd, dienen partijen idealiter in contracten te omschrijven wat ze daar precies onder verstaan.

Het geschil

Leaseweb heeft Ctac ingeschakeld om een zogenaamde SAP-ontwikkelomgeving te implementeren. Ctac rondt de realisatiefase echter niet tijdig af, waarna Leaseweb de overeenkomst ontbindt en schadevergoeding vordert. De rechter oordeelt dat Ctac toerekenbaar tekort is geschoten door het niet tijdig opleveren van de realisatiefase, en dat Leaseweb derhalve recht heeft op schadevergoeding. Partijen zijn het echter niet eens over de reikwijdte van het in de ontbonden overeenkomst opgenomen exoneratiebeding.

Het exoneratiebeding luidt als volgt:

“23.2. A Party’s total liability per damaging event shall be limited to one million and two hundred fifty thousand Euro (€ 1,250,000.=).

23.3. Neither Party shall be liable to the other Party in respect of any breach of an obligation, warranty or guarantee under the Agreement for loss of profits, contracts or goodwill or any type of special, indirect, consequential or economic loss (including loss or damage as a result of an action brought by a third party) and such liability is excluded whether it is foreseeable, known, foreseen or otherwise.”

Volgens Ctac moet dit exoneratiebeding zo worden uitgelegd dat partijen aansprakelijkheid voor zowel directe vermogensschade als indirecte vermogensschade (gevolgschade) hebben uitgesloten. Leaseweb stelt dat het in de dienstverlenende ICT-branche algemeen aanvaard is dat een ICT-leverancier zijn aansprakelijkheid voor directe schade beperkt door middel van een aansprakelijkheidslimiet en zijn aansprakelijkheid voor indirecte schade geheel uitsluit. Zij verwijst daarbij naar de algemene voorwaarden die door de brancheorganisatie van ICT-leveranciers zijn opgesteld, de zogeheten “Nederland ICT-Voorwaarden”. Leaseweb stelt dat het exoneratiebeding in overeenstemming met deze algemeen aanvaarde norm moet worden uitgelegd en dat dit ook de bedoeling van beide partijen is geweest.

Het vaststellen van hetgeen partijen met het exoneratiebeding zijn overeengekomen, is in dit geval een kwestie van uitleg. In het recht hanteren rechters verschillende methoden voor de interpretatie van bepalingen in overeenkomsten. Zo kennen wij in het Nederlandse rechtstelsel de zogenaamde CAO-norm-uitleg. Hierbij zijn in beginsel de letterlijke bewoordingen van de bepalingen, gelezen in het licht van de hele tekst, van doorslaggevende betekenis. De bepaling wordt dan uitgelegd op basis van naar objectieve maatstaven – ook voor derden – kenbare bedoeling van de contractspartijen. Daarnaast bestaat de zogeheten “Haviltex-maatstaf”. Dit houdt in dat bij de uitleg van een contractsbepaling moet worden gekeken naar de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij daarover redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De rechter beoordeelt dat – onder meer – aan de hand van correspondentie en documenten die zijn uitgewisseld tijdens de contractfase, dus voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst. Kort gezegd speelt de bedoeling van partijen een belangrijke rol. In de kwestie tussen Ctac en Leasweb past de rechter de “Haviltex-maatstaf” toe. In normale ICT-geschillen houden rechters in de regel de Haviltex-maatstaf aan. Er kunnen echter omstandigheden zijn die maken dat (meer) vanuit de CAO-norm moet worden uitgelegd. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval bij ICT-trajecten waar een aanbesteding aan vooraf is gegaan.

Uitspraak

De rechtbank volgt de uitleg van Leaseweb. Ctac heeft namelijk onvoldoende gemotiveerd betwist dat de door Leaseweb bedoelde wijze van exonereren gebruikelijk is in de dienstverlenende ICT-branche. Daarnaast volgt een dergelijke uitleg volgens de rechtbank tevens uit de totstandkoming van het exoneratiebeding. Bij het opstellen van het exoneratiebeding heeft Ctac namelijk een (tegen)voorstel gedaan waarin zij uitdrukkelijk onderscheid maakt tussen beperking van aansprakelijkheid voor ‘direct loss, on any basis whatsoever’ en uitsluiting van aansprakelijkheid voor ‘indirect damage or loss’. Deze tekst is volgens Ctac afkomstig uit haar eigen algemene voorwaarden. Gelet hierop ligt het volgens de rechtbank voor de hand dat het daarop volgende tegenvoorstel van Leaseweb – dat de uiteindelijke tekst van lid 2 en 3 bevat – op overeenkomstige wijze moet worden uitgelegd.

Bovendien zou de uitleg van Ctac – dat partijen bedoeld hebben alle vermogensschade uit te sluiten – ertoe leiden dat de beperking in lid 2 vrijwel betekenisloos is. Als alle vermogensschade zou zijn uitgesloten, dan valt onder de beperking in lid 2 immers alleen nog personen-, letsel- en zaakschade, en deze vormen van schade zijn reeds uitgesloten in andere leden van het exoneratiebeding.

Tot slot heeft Ctac haar stelling dat de uitsluiting van vermogensschade is ingecalculeerd in haar zeer scherpe prijs, onvoldoend toegelicht en onderbouwd.

De rechtbank oordeelt derhalve dat er vanuit moet worden gegaan dat partijen zijn overeengekomen dat de aansprakelijkheid voor directe schade is beperkt tot € 1.250.000,00 per schadeveroorzakende gebeurtenis en dat de aansprakelijkheid voor indirecte schade is uitgesloten. Volgens de rechtbank is er in dit geval sprake van één schadeveroorzakende gebeurtenis. Zij wijst derhalve een schadevergoeding van € 1.250.000,00 (+ € 6.776,00 voor een andere tekortkoming) toe.

Conclusie

Indien er onduidelijkheid bestaat over de inhoud van een overeengekomen exoneratiebeding waarbij aansprakelijkheid wordt beperkt dan wel uitgesloten, dan zal de rechtbank het beding in het ICT-recht in de regel uitleggen aan de hand van de Haviltex-maatstaf. Dit kan tot ongewenste uitkomsten leiden. U doet er derhalve verstandig aan om duidelijk in het exoneratiebeding op te nemen voor welke vormen van schade uw aansprakelijkheid is beperkt en/of uitgesloten. Heeft u behoefte aan ondersteuning bij het maken van afspraken over uw aansprakelijkheid? Neem dan gerust contact met ons op.

Vindplaats: ECLI:NL:RBAMS:2019:7832