Game-liefhebbers hebben vast wel eens gehoord van het fenomeen ‘cheatsoftware’. Met deze software kunnen bepaalde beperkingen in een videogame worden omzeild. Kan deze software worden beschouwd als een aanpassing van het spel En maakt het daarmee inbreuk op de auteursrechten van de ontwikkelaar?
Volgens het Unierecht dienen computerprogramma’s te worden beschermd als werken van letterkunde in de zin van de Berner Conventie. Deze kwalificatie geeft soms wel aanleiding voor twijfel. Vaak is de tekstvorm van een computerprogramma een specifieke tekst die met geen enkele andere categorie van letterkunde vergelijkbaar is. Zo’n computerprogramma is bestemd om de werken van een machine aan te sturen die informatie kan verwerken, en is niet bestemd om op rechtstreekse wijze door de gebruiker te worden gelezen. Een computerprogramma wordt opgesteld in een broncode die door mensen gelezen kan worden. Om deze code leesbaar te maken voor een computer, wordt de broncode omgezet naar een doelcode / objectcode. Overigens is de broncode vaak slechts begrijpelijk voor daartoe opgeleide mensen, gelet op de ontoegankelijke programmeertaal. Soms kan er door middel van cheatsoftware toegang worden verkregen tot de broncode van gemanipuleerde videospellen. In dat geval is het de vraag of deze technische manipulatie een wijziging oplevert van een auteursrechtelijk beschermd spel.
In een onlangs verschenen zaak heeft advocaat-generaal Szpunar zich gebogen over de vraag of en in hoeverre de door het Unierecht verleende bescherming voor computerprogramma’s kan worden uitgebreid tot buiten de tekst zelf. Het Europese Hof van Justitie moet zich buigen over de vraag of de zogenoemde cheatsoftware een inbreuk vormt op auteursrechten. Hoe ver kan het “tekst”-begrip worden opgerekt? Is het bij videospellen toegestaan dat derden zonder toestemming van auteursrechthebbenden op deze videogames programma’s maken? Het Duitse Hooggerechtshof heeft naar aanleiding van een geschil tussen Sony en Datel vragen gesteld over de auteursrechtelijke toelaatbaarheid van de distributie van cheatsoftware.
Verzoekster Sony stelt dat de gebruikers met de software van Datel de aan haar spellen ten grondslag liggende software hebben veranderd. Dit maakt dat er een inbreuk is gemaakt op haar auteursrecht. Met de softwareproducten van Datel kunnen spelers de spellen op de consoles van Sony zodanig manipuleren, dat zekere spelbeperkingen kunnen worden omzeild. Door een sneltoetscombinatie opent de speler een los menu waarin hij de zogenoemde cheats kan activeren. Deze cheatsoftware verandert vervolgens de individuele waarden in de gegevens die de spellen van Sony voor een tijdje opslaan in het RAM-geheugen van de console. De software van het spel zelf wordt dus niet beïnvloed.
Advocaat-generaal Szpunar komt tot de conclusie dat de geboden bescherming in de Computerprogrammarichtlijn niet gaat over de variabelen die in het werkgeheugen zijn opgeslagen. Het lijkt er dus op dat de werking van de cheatsoftware geen wijziging vormt van het auteursrechtelijk beschermde spel van Sony. Dit advies is overigens niet bindend, het Europese Hof van Justitie kan dus afwijken van de conclusie. Uiteraard houden wij u op de hoogte van ontwikkelingen binnen deze IE-handhavingszaak.