Onduidelijke afspraken in IT-overeenkomst? Verstrekkende gevolgen!

IT-projecten verlopen met enige regelmaat met de nodige horten en stoten. Een belangrijke reden daarvan is dat afspraken niet altijd eenduidig worden vastgelegd, waardoor er achteraf discussies ontstaan over wat er nu precies zou worden geleverd. Uit een recent arrest van het Gerechtshof Den Haag werd het belang van duidelijke afspraken en duidelijke communicatie weer eens benadrukt. In deze zaak werd de overeenkomst tussen de IT-leverancier en de afnemer beëindigd en diende de IT-leverancier de overeengekomen vergoeding volledig terug te betalen. Hoe zit dat?

23 sep. 2020

Wat was er aan de hand?

In deze kwestie wilde de afnemer een IT-systeem voor de ondersteuning van groupagevervoer hebben. Daarvoor heeft hij een IT-leverancier in de arm genomen om dat systeem te leveren. Op enig moment ontstond er onenigheid tussen partijen over de vraag of dit systeem ook zendingen van TNT zou moeten kunnen verwerken. De afnemer stelde dat dat de afspraak was. De IT-leverancier vond daarentegen dat er sprake was van een nieuwe, bijkomende eis. De leverancier was niettemin bereid om de software aan te passen, zodat deze ook zendingen van TNT zou kunnen verwerken. Het lukte de leverancier echter niet om de software (tijdig) aan te passen. Daarop beëindigde de afnemer de IT-overeenkomst en vorderde alle betaalde vergoedingen terug en een schadevergoeding.

De leverancier bestreed de rechtmatigheid van de beëindiging van de IT-overeenkomst en de vorderingen van de afnemer. In de gebrouilleerde relatie tussen partijen is deze kwestie uiteindelijk, na in eerste aanleg bij de rechtbank te zijn behandeld, in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag terechtgekomen (Hof Den Haag 14 juli 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1273).

Oordeel onafhankelijke IT-deskundige

Het Gerechtshof schakelde eerst een onafhankelijke IT-deskundige in om onder andere te beoordelen of partijen hebben afgesproken dat dit systeem de zendingen van TNT zou moeten kunnen verwerken of dat er door de afnemer nieuwe, bijkomende eisen werden gesteld. De deskundige oordeelde dat uit de e-mailwisseling, die voorafgaand aan de contractsluiting tussen partijen heeft plaatsgevonden, voldoende duidelijk blijkt welke eisen aan het IT-systeem worden gesteld. Daaronder valt ook het kunnen verwerken van zendingen van TNT. De deskundige weegt daarbij mee dat van een deskundig IT-leverancier mag worden verwacht dat hij op basis van de aangeleverde informatie en de andere in de praktijk gebruikelijke eisen voor dergelijke IT-systemen, zo nodig ook zelf kan aanvullen. Dat het IT-systeem zendingen van TNT moet kunnen verwerken is dan ook geen nieuwe eis, maar maakt in dit geval onderdeel uit van de afspraken.

Oordeel Gerechtshof

Het Gerechtshof volgt de conclusie van de onafhankelijke IT-deskundige. Onderdeel van de afspraken tussen partijen is dus dat het IT-systeem ook zendingen van TNT moest kunnen verwerken. Nu de IT-leverancier daar niet (tijdig) aan heeft voldaan, is hij tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen.

Vervolgens diende het Gerechtshof de vraag te beantwoorden of de afnemer de IT-overeenkomst rechtmatig mocht beëindigen alsmede alle betaalde vergoedingen en een schadevergoeding mocht (terug)vorderen. In deze kwestie was daarvoor vereist dat de IT-leverancier, na in gebreke te zijn gesteld, in verzuim is geraakt. Daarvoor was in deze zaak van belang dat de afnemer op enig moment de leverancier een e-mail gestuurd waarin hij schrijft:

“Als aangegeven wordt de tijd inmiddels heel krap. Vanaf augustus hebben we toezeggingen gekregen dat alle rapporten klaar zouden zijn en elke keer worden deadlines niet gehaald en verschoven. Ik ga ervan uit dat bovenstaande zaken deze week eindelijk opgelost worden zodat we kunnen focussen op de andere openstaande punten.”

Normaliter zou een dergelijke e-mail onvoldoende zijn om de IT-leverancier in gebreke te stellen. In deze specifieke kwestie was het Gerechtshof echter van oordeel dat deze e-mail volstaat en dat de gestelde termijn voor het oplossen van de openstaande punten redelijk was. Volgens het Gerechtshof was het van belang dat er eerder al langere tijd tussen partijen werd gecorrespondeerd over de openstaande punten, waarbij er steeds (nieuwe) termijnen zijn vastgesteld (en overschreden). Het staat de IT-leverancier niet vrij om te wachten met de nakoming van haar verplichtingen totdat hij wordt aangemaand. Het Gerechtshof oordeelde verder op pragmatische wijze dat indien deze e-mail toch niet als ingebrekestelling zou kunnen worden aangemerkt, daarvan in de later door en via de afnemer verstuurde brieven alsnog sprake van is.

De afnemer mocht derhalve de IT-overeenkomst rechtsgeldig beëindigen (‘ontbinden’). Het gevolg van deze beëindiging is dat de IT-leverancier de ontvangen vergoedingen – in totaal meer dan twee ton –, verhoogd met de wettelijke rente, volledig dient terug te betalen. De kernfunctionaliteit, dat het systeem zendingen van TNT moest kunnen verwerken, is immers niet geleverd. Het Gerechtshof oordeelde verder dat de IT-leverancier daarnaast ook aansprakelijk is voor de door de afnemer geleden schade. Aangezien het tijdens de procedure beperkt ging over de geleden schade, kon het Gerechtshof de hoogte van de schadevergoeding echter nog niet beoordelen of begroten. Daarvoor worden de partijen verwezen naar een aparte schadestaatprocedure.

Wat betekent dit voor u?

Dit arrest van het Gerechtshof benadrukt wederom het belang om bij IT-projecten de afspraken tussen een afnemer en leverancier zeer goed vast te leggen. Wat moet er precies worden geleverd en onder welke voorwaarden? Daarnaast lijkt dit arrest de op IT-leveranciers rustende zorgplicht in te vullen. Vrij vertaald: er mag van een deskundig IT-leverancier worden verwacht dat hij proactief meedenkt met zijn afnemers en zo nodig – op basis van zijn deskundigheid – zelf aanvullende eisen vaststelt waar de afnemer mogelijk niet aan denkt.

Daarnaast valt op dat het Gerechtshof in deze zaak soepel omgaat met de vereisten voor een rechtsgeldige ingebrekestelling. Zij steunt haar oordeel voornamelijk op onder meer de eerder gevoerde correspondentie tussen partijen. Dat neemt echter niet weg dat veel rechters tot nu toe streng omgaan met de vraag of er sprake was van een rechtsgeldige ingebrekestelling. Verschillende verzoeken tot bijvoorbeeld beëindiging van een overeenkomst of schadevorderingen liepen daarop stuk. Vooralsnog blijft het ons inziens van belang om in dergelijke kwesties goede ingebrekestellingen te (laten) versturen die voldoen aan de formeel-juridische eisen die daaraan worden gesteld.