Online surveillancesoftware bij tentamens is niet in strijd met privacy

In verband met de corona-crisis heeft de Universiteit van Amsterdam (hierna: ‘UvA’), besloten om online tentamens af te nemen en daarbij gebruik te maken van online surveillancesoftware om fraude op te kunnen sporen. Dit laatste wordt ook wel ‘online proctoring’ genoemd. De UvA maakt hiervoor gebruik van de software van Proctorio. Proctorio registreert het scherm, de webcam, audio, toetsaanslagen en bepaalde informatie over het computersysteem van de student en bepaalt onder meer of de student: veel wegkijkt van het scherm, het gebied verlaat dat zichtbaar is op de webcam, een telefoon gebruikt, ongeautoriseerde tabbladen of programma’s opent, etc. Het gaat om video-, geluid- en/of browseropnamen. De studentenraad is het niet eens met deze handelwijze en doet een beroep op de privacy van de student. De zaak wordt een kort-geding.

18 jun. 2020

Gegevensverwerking

De rechter oordeelt allereerst dat er met het gebruik van Proctorio persoonsgegevens van studenten worden verwerkt, en dat de UvA verantwoordelijk is voor deze gegevensverwerking. De UvA moet dus rekening houden met de regels uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Uit de AVG volgt onder meer dat het gebruik van deze software alleen mag, als het ‘noodzakelijk’ is.

Noodzaak

Door de COVID-19 crisis en de door de overheid genomen maatregelen, is het voor de UvA niet meer mogelijk (geweest) om tentamens op de campus af te nemen. De UvA heeft daarom gezocht naar een alternatief. Voor tentamens die zijn gericht op kennisreproductie en waaraan grote groepen studenten deelnemen, is geen andere geschikte toetsmethode gevonden dan het online afleggen van tentamens. Wanneer studenten thuis tentamens maken, zijn volgens de rechter echter vanzelfsprekend maatregelen nodig om fraude te voorkomen. De kwaliteit van het onderwijs en de waarde van het diploma dienen immers gewaarborgd te worden. De rechter acht het daarom in zijn voorlopige oordeel voldoende aannemelijk dat online proctoring noodzakelijk is, zolang tentamens niet op de campus kunnen plaatsvinden.

Basisbeginselen AVG

Vervolgens dient echter nog getoetst te worden of aan de overige vereisten van de AVG is voldaan. De rechter meent dat dit het geval is. De UvA heeft vooraf zorgvuldig onderzoek gedaan en heeft een verwerkersovereenkomst gesloten met Proctorio. Daarnaast dient de verwerking uitsluitend ter authenticatie en om effectief frauduleus gedrag vast te stellen. Studenten worden bovendien niet live gevolgd. Het vastgelegde materiaal wordt slechts geraadpleegd indien significant afwijkend gedrag wordt geregistreerd en wordt na 30 dagen automatisch verwijderd.

De UvA mag de online surveillancesoftware (voorlopig) dus blijven gebruiken bij het afnemen van tentamens. De voorzieningenrechter noemt echter nog wel dat de student niet verplicht is om het tentamen te maken. Volgens de UvA kan de student de examencommissie verzoeken om een alternatieve methode van surveillance.

Lees hier de volledige uitspraak van het hof in de zaak tussen de UvA en de studentenraad (ECLI:NL:RBAMS:2020:2917).