Picnic mag lookalike Max Verstappen tóch gebruiken

Op 25 april 2018 oordeelde de rechtbank Amsterdam dat de online supermarkt Picnic een schadevergoeding van € 150.000,- aan Max Verstappen moest betalen voor het gebruik van een lookalike van hem in een reclamespot. Volgens de rechtbank handelde Picnic onrechtmatig door het portret van Max Verstappen zonder diens toestemming openbaar te maken. Het gerechtshof Amsterdam zette op 2 juni 2020 echter een streep door deze uitspraak. Waarom hoeft Picnic nu toch geen schadevergoeding te betalen?

18 jun. 2020

Het hof is – anders dan de rechtbank – van oordeel dat het gebruik van een lookalike in een reclamefilmpje niet is aan te merken als het gebruik van het portret van Max Verstappen in de zin van de Auteurswet. Volgens het hof is het voor het publiek immers duidelijk dat het niet om Max Verstappen zelf gaat. Het portretrecht gaat volgens de rechtbank niet zo ver dat dit zich uitstrekt tot beeldmateriaal waarin bepaalde kenmerken van de verschijning van een persoon door een ander worden uitgebeeld en/of nagespeeld of nagebootst, wanneer er geen redelijke twijfel bestaat dat het niet de persoon zelf betreft. Dat geldt volgens het hof ook wanneer deze associatie met opzet wordt gewekt.

Dat zou alleen anders kunnen zijn als het beeldmateriaal van zodanige aard is dat Max Verstappen in zijn eer en goede naam wordt aangetast of dat zijn zakelijke belangen worden geschaad. Het hof is echter van mening dat dit niet (voldoende) is gebleken.

Supermarktketen Jumbo – met wie Max Verstappen een contract voor reclamedoeleinden heeft – zou zich volgens het hof mogelijk wel tegen een dergelijke nabootsing door een concurrent kunnen verzetten. Maar dat maakt nog niet dat de nabootsing ook onrechtmatig jegens Max Verstappen zelf is. Bovendien heeft Jumbo zich niet verzet tegen het reclamefilmpje, omdat zij er de humor wel van inzag.

Tot slot meent het hof dat Max Verstappen geen daadwerkelijke schade heeft geleden. Zijn contract met Jumbo is immers ook na de openbaarmaking van het reclamefilmpje verlengd en vanwege de afspraken in zijn contract met Jumbo had hij ook niet zelf in de reclame van Picnic kunnen figureren en heeft hij aldus geen potentiële omzet gemist. Het hof vernietigt dan ook de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam; Picnic hoeft geen schadevergoeding meer te betalen voor het gebruik van de lookalike.

Lees hier de volledige uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam in de zaak tussen Max Verstappen en Picnic (ECLI:NL:GHAMS:2020:1410).