Een oogje in het zeil houden via een camera: is dat wel toegestaan?

Tegenwoordig is een beveiligingscamera een veelvoorkomend accessoire aan de voordeur. Het blijkt kinderlijk eenvoudig om vervolgens vanaf een smartphone activiteiten in en rondom het huis in de gaten te houden. Op die manier worden bewoners in staat gesteld om te zien wie er voor hun deur staat, kan de zichtbaarheid van een camera ter preventie van inbraak helpen, en bovendien kan cameratoezicht verdachte activiteiten rondom een woning vastleggen. Echter, het plaatsen van camera’s kan op gespannen voet staan met het privacyrecht van buren of voorbijgangers. Wat mag wel en niet?

28 sep. 2023

In de regel is het toegestaan om een camera op te hangen bij uw eigen huis. Wel is het van belang dat alleen eigen bezittingen worden gefilmd door de camera. De camera moet dus goed worden afgestemd, zodat deze in principe niet de openbare weg filmt. Indien uw voordeur grenst aan de openbare weg, is het soms niet mogelijk om deze buiten beeld te laten. In dat geval moet u er voor zorgen dat u het privacyrecht van voorbijgangers zo min mogelijk schendt. Denk daarnaast aan maatregelen als het beveiligen van de camerabeelden, het kort (of helemaal niet) bewaren van camerabeelden of het vervagen van gezichten van voorbijgangers. Ook moeten mensen vooraf worden geinformeerd over het feit dat zij mogelijk gefilmd kunnen worden. Aan deze informatieverplichting kan worden voldaan door bijvoorbeeld een bordje op te hangen met de boodschap dat er cameratoezicht is.

Bij hoge uitzondering mag de openbare ruimte of een gedeelte van het perceel van de buren worden gefilmd. Wanneer de veiligheid in het gedrang is, zoals bij veelvuldige inbraken, is dit onder omstandigheden mogelijk toegestaan. Er gelden echter wel strenge regels. Camerabeelden bevatten doorgaans namelijk persoonsgegevens. En als u persoonsgegevens verwerkt, moet u voldoen aan de eisen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Een van de vereisten is dat u een wettelijke grondslag nodig heeft om dit te mogen doen. In de AVG worden zes grondslagen genoemd. Een mogelijke grondslag voor het inzetten van een beveiligingscamera is het gerechtvaardigd belang van u. Als er in uw buurt veel wordt ingebroken, heeft u er bijvoorbeeld een gerechtvaardigd belang bij om uw spullen of personen te beschermen. Verder moet het cameratoezicht voldoen aan de noodzakelijkheidstoets. De eerste stap is om na te gaan of het doel van het cameratoezicht in verhouding staat tot de inbreuk op de privacy. Ten tweede moet er worden gekeken r of er echt geen andere mogelijkheid is om uw eigendom te beschermen; een mogelijkheid die minder ingrijpend van aard is. Tot slot dient er een afweging te worden gemaakt tussen het belang van cameratoezicht en het privacybelang van de betrokkene.

Het spanningsveld tussen cameratoezicht en privacy zorgt regelmatig voor juridische geschillen. Onlangs deed er zich een privacygeschil voor tussen twee buren over beweegbare camera’s, waarin de rechtbank Midden-Nederland uitspraak heeft gedaan. Gedaagde plaatste op afstand bestuurbare camera's aan de voor- en achterkant van zijn perceel, waarna er een verzoek van eiser volgde om deze te verwijderen of anders te richten. Eiser eist dat de camera's verdwijnen of worden verplaatst, zodat zijn woning niet meer wordt gefilmd. Eiser stelt dat zijn privacy wordt geschonden en beschuldigt gedaagde er bovendien van dat de camera’s enkel zijn opgehangen om hem te intimideren en niet om gedaagde zelf te beveiligen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de camera aan de voorkant van de woning geen inbreuk maakt op het privacyrecht van de eiser. Gedaagde stelt namelijk dat deze camera niet werkt en ook niet is ingeplugd, waartegen eiser geen bewijs geleverd heeft. Daarentegen maakt de camera aan de achterzijde van de woning wel inbreuk op de privacy van eiser. De camera aan de achterkant van de woning werkt wel, en filmt ook het slaapkamerraam. De rechter oordeelde dat niet is voldaan aan het subsidiariteitsbeginsel, omdat gedaagde een beweegbare camera heeft geplaatst die gedeeltelijk op het perceel van eiser is gericht. Gedaagde had een minder belastende manier kunnen kiezen om zijn belangen, die hij met zijn camera wilde beschermen, te kunnen waarborgen zo oordeelt de rechter. De camera aan de achterkant moet aldus worden verwijderd, of worden aangepast zodat de camera niet meer kan bewegen.

Bij het plaatsen van camera’s spelen dus verschillende privacyvragen. Allereerst dient er een grondslag te zijn om deze rechtmatig te mogen inzetten. Vervolgens is het van belang om rekening te houden met de privacy van buren en voorbijgangers.

Vragen? Neem gerust contact met ons op.