Gevolgen Brexit voor intellectuele eigendomsrechten en persoonsgegevens

Op kerstavond 2020, minder dan een jaar nadat het Verenigd Koninkrijk (VK) de Europese Unie (EU) formeel had verlaten en slechts acht dagen voordat de transitieperiode afliep, hebben de EU en het VK een akkoord bereikt over de toekomstige handel en samenwerking. De handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK is sinds 1 januari 2021 van kracht en is veelomvattend. Een no-deal Brexit is gelukkig voorkomen, maar de gevolgen van het vertrek van het VK uit de EU blijven aanzienlijk. De Brexit en de handels- en samenwerkingsovereenkomst hebben invloed op allerlei praktijkgebieden, zo ook op dat van intellectuele eigendom en privacy.

3 mrt. 2021

Gevolgen voor IE-rechten

Nu het Verenigd Koninkrijk de EU definitief heeft verlaten en de transitieperiode is afgelopen, zijn de intellectuele eigendomsrechten (IE-rechten) die binnen de gehele EU gelden, niet langer van toepassing in het VK. Houders van EU merkrechten, modelrechten en kwekersrechten die voor 1 januari 2021 zijn geregistreerd, hebben met dit akkoord gelijkwaardige rechten voor het VK verkregen. In het geval dergelijke IE-rechten wel zijn aangevraagd, maar niet voor 1 januari 2021 zijn geregistreerd, dan kunnen aanvragers een soortgelijke bescherming voor het VK aanvragen voor 1 juli 2021 (voor kwekersrechten) of voor 1 oktober 2021 (voor merkrechten en modelrechten). Zij kunnen daarbij een beroep doen op de depotdatum van hun eerdere EU-aanvraag. De handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK voorziet in wederzijdse verplichtingen om ervoor te zorgen dat aan bepaalde minimumeisen wordt voldaan om intellectuele eigendomsrechten te beschermen die voorheen onder de EU-wetgeving vielen.

Voor houders van octrooirechten heeft de Brexit geen gevolgen, omdat de octrooien zijn gebaseerd op het Europees octrooiverdrag waaraan ook andere niet-EU landen deelnemen. Voor lopende of toekomstige aanvragen van een Europees octrooi verandert er daarom ook niks. Auteursrechten en naburige rechten worden ook niet direct geraakt door de Brexit, omdat deze rechten zijn geregeld in (Britse) nationale wetten. De handhaving van IE-rechten in gerechtelijke procedures kan overigens mogelijk wel anders worden, aangezien de Richtlijn Handhaving IE-rechten niet langer van toepassing is. Dat kan onder meer gevolgen hebben voor de mogelijkheid om in kwesties waarin inbreuk wordt gemaakt op IE-rechten een volledige proceskostenveroordeling te vorderen. In de EU geldt het principe dat in inbreukzaken ‘de verliezer (inbreukmaker) betaalt’, enkele uitzonderingen daargelaten.

Op grond van de handels- en samenwerkingsovereenkomst kunnen zowel de EU als het VK bepalen of en onder welke voorwaarden IE-rechten zullen zijn uitgeput. Het VK heeft reeds aangegeven dat IE-rechten op goederen die in de Europese Economische Ruimte (EER) op de markt zijn gebracht door of met toestemming van de houder van het recht, ook voor het VK zullen worden uitgeput. Daarentegen geldt ten aanzien van de EU dat IE-rechten op goederen die in het VK op de markt zijn gebracht door of met toestemming van de rechthebbende, niet uitgeput zullen zijn.

Zie voor meer en actuele informatie over de Brexit en IE-rechten de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Gevolgen voor persoonsgegevens

In de eerste vier maanden van 2021 mag de doorgifte van persoonsgegevens naar het VK nog op dezelfde manier plaatsvinden als voorheen, zo is afgesproken in de handels- en samenwerkingsovereenkomst. In deze overgangsperiode – die eventueel nog met twee maanden verlengd kan worden – kunnen persoonsgegevens vrij van de EU naar het VK worden doorgegeven. Als het VK de regels voor de bescherming van persoonsgegevens in deze periode verandert, zal deze overgangsperiode echter onmiddellijk eindigen.

Wat er na de overgangsperiode gebeurt is nu nog onbekend. De Europese Commissie (EC) zal eerst een adequaatheidsbesluit moeten nemen over doorgifte van persoonsgegevens naar het VK. Als de EC met dat besluit vaststelt dat het beschermingsniveau in het VK passend is, dan blijft vrij verkeer van persoonsgegevens naar het VK mogelijk. Als de EC het adequaatheidsbesluit (nog) niet heeft genomen, dan wordt de doorgifte van persoonsgegevens naar het VK gezien als doorgifte naar een zogeheten derde land. Dat zou betekenen dat na de overgangsperiode de doorgifte van persoonsgegevens naar het VK uitsluitend is toegestaan als daarvoor aan de strengere voorwaarden uit de privacywet- en regelgeving wordt voldaan.

Wat betreft de doorgifte van persoonsgegevens vanuit het VK naar de EU, kunnen de gegevensverwerkers zich beroepen op de adequaatheidsbesluiten die onlangs door de regering van het VK zijn genomen.

Meer informatie over de Brexit en de gevolgen daarvan voor het verwerken van persoonsgegevens staat op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Wat betekent dit voor u?

Voor de houders van IE-rechten heeft de Brexit niet direct grote gevolgen. Alleen als u vóór 1 januari 2021 een EU merk-, model- of kwekersrecht heeft aangevraagd, maar dit nog niet vóór 1 januari 2021 geregistreerd was, moet u actie ondernemen en een soortgelijke bescherming voor het VK aanvragen. De doorgifte van persoonsgegevens vanuit de EU naar het VK kan de komende maanden nog op dezelfde manier plaatsvinden als voor de Brexit. Pas wanneer de overgangsperiode is verlopen en de EC het adequaatheidsbesluit niet aanneemt, dan zal de doorgifte van persoonsgegevens naar het VK veranderen. Dit lijkt echter niet te gaan gebeuren, nu de EC haar voornemen reeds te kennen heeft gegeven om de vaststellingsprocedure van adequaatheidsbesluiten onverwijld in te leiden.