Kunnen studenten hun recht op inzage op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) uitoefenen om examengegevens in te zien? De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag boog zich onlangs over deze vraag. In deze zaak wilde de student een aantal door hem gemaakte examens inzien, met inbegrip van de daarbij gemaakte schriftelijke opmerkingen van de examinator. De onderwijsinstelling was echter van mening dat de student alle gelegenheid heeft gehad om deze examens in te zien. De student heeft daarvan geen gebruik gemaakt. De onderwijsinstelling meende daarom dat deze student geen recht meer heeft op inzage in deze examens. Daarop is de student naar de rechter gestapt.
De voorzieningenrechter gaf tijdens de zitting aan dat examens, inclusief de opmerkingen van de examinator, persoonsgegevens zijn in de zin van de AVG. Op grond van de AVG kunnen betrokkenen het recht op inzage van hun persoonsgegevens uitoefenen. De student heeft dan ook het recht op inzage in deze examens. Hiervoor hoeft de student geen belang te stellen, aldus de voorzieningenrechter.
Deze overweging van de voorzieningenrechter dat examens en de bijbehorende opmerkingen van de examinator persoonsgegevens zijn, is in lijn met een arrest van het Europese Hof van Justitie uit 2017. Kortom, studenten hebben op basis van de AVG het recht om examens in te zien. Aan dit inzagerecht mag de onderwijsinstelling geen eisen stellen. Ook mag de onderwijsinstelling hiervoor in principe geen onkostenvergoeding vragen. Voor onderwijsinstellingen is het van belang om de procedures voor inzage in examens en de examenreglementen op dit punt aan te passen aan de AVG.
Vindplaats: ECLI:NL:RBDHA:2019:5110