Is de Autoriteit Persoonsgegevens altijd verplicht tot handhaving?

De rechtbank Midden-Nederland boog zich onlangs over de vraag of de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) altijd verplicht is tot handhaving bij een verzoek daartoe. In dit geval ging het om de NS. De NS zou de privacy van reizigers schenden en daarmee de voorloper van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) – de Wet bescherming persoonsgegevens – overtreden.

15 okt. 2019

Wat was er aan de hand?

Een betrokkene heeft de AP in 2017 verzocht om handhavend op te treden tegen de NS. De betrokkene is verplicht om met zijn treinabonnement, een persoonlijke ov-chipkaart, in- en uit te checken. Volgens hem verwerkt de NS daarmee zijn persoonsgegevens terwijl dit niet noodzakelijk zou zijn. Hij is van mening dat de NS zijn privacy schendt omdat hij niet anoniem kan reizen. De AP wees het verzoek tot handhaving echter af. Daarop stapte de man naar de rechter.

Redenen afwijzing handhavingsverzoek door Autoriteit Persoonsgegevens

De rechter staat eerst stil bij de redenen waarom de AP het door de betrokkene ingediende handhavingsverzoek heeft afgewezen. De AP heeft naar aanleiding van dit handhavingsverzoek een globaal onderzoek gedaan naar de vraag of de NS zich aan de privacywet- en regelgeving houdt. De AP concludeerde daaruit dat er geen sprake was van schending van de privacywet- en regelgeving door de NS.

In dit kader is het van belang dat de verwerking van persoonsgegevens bij het in- en uitchecken noodzakelijk is voor de uitvoering van de overeenkomst die de betrokkene met de NS heeft, aldus de AP. De NS dient immers te kunnen controleren of er betaald is voor het abonnement. Daarnaast kan de NS controleren of de betrokkene binnen het traject van zijn abonnement of binnen de voordeeluren heeft gereisd. De verwerking van deze reisgegevens door de NS is verder noodzakelijk om in het kader van de ‘Regeling geld terug bij vertraging’ claims te controleren en uit te keren.

De AP heeft daarnaast onderzocht of het doel van de NS, waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt, niet ook op een andere manier kan worden bereikt. Indien de NS haar doel kan bereiken op een andere wijze – die vanuit privacyperspectief minder nadelig is voor de betrokkene – dan had de NS voor dit alternatief moeten kiezen. De AP heeft daarbij de door de betrokkene aangedragen alternatieven betrokken in haar onderzoek. Volgens de AP is het echter niet aannemelijk dat de NS op een andere manier het doel, waarvoor de reisgegevens worden verwerkt, had kunnen bereiken.

Daarop heeft de AP het handhavingsverzoek afgewezen.

Oordeel rechtbank

De rechter vindt dat de AP voldoende heeft gemotiveerd dat het niet aannemelijk is dat er sprake is van overtreding van de privacywet- en regelgeving door de NS. De rechter oordeelt dan ook dat de AP het door de betrokkenen ingediende verzoek tot handhaving terecht heeft afgewezen.

Conclusie

De AP is op grond van de AVG verplicht om klachten van betrokkenen in behandeling te nemen. Dat betekent niet zonder meer dat de AP ook daadwerkelijk moet handhaven? Indien de klacht onterecht blijkt te zijn, dan kan de AP het handhavingsverzoek naast zich neerleggen. Deze lijn wordt ook gevolgd in deze uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2019:4011).