Digital Services Act: Aanvullende verplichtingen voor online platforms

In februari 2024 treedt de Digital Services Act (hierna: DSA) volledig in werking. De DSA gaat gelden voor veel gebruikte online platforms en bevat Europese regelgeving die extra verantwoordelijkheden met zich mee brengt voor deze grote digitale diensten. Een van de doelen van de verordening is het regelen van de platformaansprakelijkheid omtrent het uploaden en het verspreiden van illegale content op grote online platforms. Ook moet de wet desinformatie tegen gaan en zorgen voor meer transparantie. Kortom, de grote online platforms komen onder verscherpt toezicht te staan.

29 jun. 2023

Wat de DSA voor u verder kan gaan betekenen, kunt u hier in onze eerdere blog lezen.

Op dit moment is voor grote techbedrijven zoals Google, Tik Tok en Meta Platforms de richtlijn 2000/31 “Richtlijn inzake elektronische handel” (hierna: de richtlijn) nog van kracht. De drie platforms vragen zich met oog op de nieuwe verordening af hoe de op dit moment nog geldende richtlijn moet worden geïnterpreteerd. Zij verzochten vorig jaar dan ook om een prejudiciële beslissing bij de Oostenrijkse rechter. Een prejudiciële vraag wordt gebruikt door nationale rechters om het Hof van Justitie te vragen hoe Europese regelgeving – in dit geval de richtlijn – moet worden uitgelegd.

Online platforms oneens met Oostenrijkse beslissing

Het verzoek om de prejudiciële beslissing komt vanuit de ontevredenheid van Tiktok, Meta Platforms en Google over een beslissing van de Oostenrijkse informatietoezichthouder (de “Kommunikationsbehörde Austria”). In deze uitspraak werd bepaald dat de Oostenrijkse nationale wetgeving van toepassing is op de online platforms. De platforms waren het hier niet mee eens. De hoogste Oostenrijkse bestuursrechter stelt in dit verband vragen aan het Hof van Justitie over de uitleg van de richtlijn.

Aan de richtlijn ligt een ‘land-van-oorsprongbeginsel’ ten grondslag. Dit beginsel bepaalt dat voor een platform het recht geldt van het land waar hij een permanente vestiging heeft. Het platform valt dan doorgaans onder de nationale wetgeving en kan niet zonder meer aan andere nationale wetgeving worden onderworpen. Google, Tik Tok en Metaplatforms zijn allen gevestigd in Ierland en dus betwistten de drie eisers de beslissing dat de Oostenrijkse wet op hen van toepassing is.

Conclusie van A-G Szpunar

De drie techbedrijven stellen dat het toepasselijk verklaren van het Oostenrijkse recht in gaat tegen het recht op vrije vestiging en de vrijheid van uitwisseling van informatie. Om tot een prejudiciële beslissing te komen, is het gebruikelijk dat een advocaat-generaal een advies in de vorm van een zogeheten ‘conclusie’ aan het Hof van Justitie voorlegt. Advocaat-generaal Szpunar heeft zich over de prejudiciële vragen in deze kwestie gebogen en komt na een uitgebreide analyse tot de conclusie dat communicatieplatforms zoals Tik Tok, Google en Meta Platforms geen aanvullende verplichtingen opgelegd kunnen krijgen in een andere lidstaat dan die waar ze hun statutaire zetel hebben. Voor de drie bedrijven geldt dus dat alleen het Ierse recht op hen van toepassing is, en zij kunnen niet zonder meer aan het Oostenrijkse recht worden onderworpen.

Er is wel een uitzondering denkbaar wanneer er maatregelen ‘case-by-case’ worden genomen. Een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst kan slechts afwijken van het vrije verkeer van diensten van de informatiemaatschappij door maatregelen die ‘per geval’ worden genomen. Voordat zulke maatregelen worden genomen, moet de Europese Commissie vooraf op de hoogte worden gebracht. Deze uitwijkmogelijkheid staat slechts open als de lidstaat wel eerst het land van oorsprong heeft gevraagd om maatregelen te nemen. De advocaat-generaal verwijst in zijn conclusie naar de zaak Airbnb Ireland, waarin hij de regels omtrent het afwijken van het oorsprongslandbeginsel in zijn conclusie uiteen heeft gezet.

Komend jaar zal de richtlijn officieel worden vervangen door de DSA. In eerste instantie lijkt de door de advocaat-generaal bekeken kwestie dus niet meer actueel, omdat de verordening nieuwe Europese regelgeving met zich meebrengt. De kwestie blijft echter wél relevant, aangezien in de DSA ook een zogenaamd land-van-oorsprongbeginsel besloten ligt. De uitleg van dit beginsel – en het afwijken ervan – blijft ook na de inwerkingtreding van de DSA dus van praktisch belang voor Google, Tik Tok en Metaplatforms. Grote techbedrijven hebben namelijk doorgaans meerdere vestigingen in verschillende Europese landen, wat er voor kan zorgen dat er onduidelijkheid bestaat over welk recht er met betrekking tot platformaansprakelijkheid nou precies op hen van toepassing is.

De uitspraak van de advocaat-generaal is overigens niet bindend. De rechters van het Europese Hof van Justitie zullen nu in beraad gaan over deze zaak en de uitspraak zal later volgen. Wij houden jullie op de hoogte!