Hof Letland stelt vragen over schadevergoeding AVG

Een schadevergoeding krijgen op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG)? Niet onmogelijk, wel ingewikkeld. In Letland heeft zich een geschil voorgedaan waarin een journalist schadevergoeding heeft gevorderd op basis van artikel 82 AVG. Het Letse hof heeft naar aanleiding van dit geschil om uitleg gevraagd bij het Europese Hof van Justitie.

15 dec. 2023

De feiten

PTAC, een soort consumentenbond, heeft een informatiecampagne gevoerd en heeft daarbij op diverse websites een video verspreid. De video bevat een boodschap aan consumenten waarbij er wordt ingegaan op een aantal belangrijke risico’s die gepaard gaan met de aankoop van een tweedehands auto. Een bekende Letse autojournalist en -deskundige was ontevreden met de manier waarop hij in de video werd afgebeeld. De hoofdrolspeler in de video deed de stem van de journalist na, sprak in zijn karakteristieke stijl en imiteerde zijn klederdracht door een identieke typerende muts te dragen. De journalist maakte bezwaar tegen de productie en verspreiding van de campagne, en verzocht PTAC om het vertonen van de video te staken. Bovendien wilde hij openbare excuses en een vergoeding vanwege de geleden reputatieschade. Dit soort schade is niet direct in geld uit te drukken, wat het lastig maakt om op basis hiervan schadevergoeding op grond van de AVG te vorderen.

Schadevergoeding op grond van de AVG

De AVG biedt de mogelijkheid om een vordering tot schadevergoeding in te stellen. De grondslag hiervoor is artikel 82 AVG. Schadevergoeding wordt echter niet snel toegekend, er dient namelijk te worden voldaan aan de volgende cumulatieve voorwaarden: Er moet sprake zijn van verwerking van persoonsgegevens in strijd met de bepalingen van de AVG, de betrokkene moet schade hebben geleden en er moet sprake zijn van een oorzakelijk verband tussen die onrechtmatige verwerking en die schade.

Een enkele schending van de AVG levert dus géén recht op schadevergoeding op. Dit is bepaald in het arrest van het Europees Hof van Justitie (hierna: EU-hof) in de zaak UI/Österreichische Post AG, waar het EU-hof in gaat op de vraag wanneer er sprake is van vergoedbare immateriële schade.

Schade in de zin van de AVG – en de vergoeding ervan – is een complex begrip, en levert ook voor de behandelende nationale rechters de nodige vragen op. Het Letse hof stelt daarom zogenaamde prejudiciële vragen aan het EU-hof. Feitelijk vraagt het daarmee de hoogste Europese rechter om nadere toelichting c.q. uitleg.

Het EU-hof zal zich buigen over deze vragen, en komt dan met een prejudiciële beslissing die bindend is voor de nationale rechter die de prejudiciële vraag heeft gesteld. Alle overige rechterlijke instanties in de EU zullen de uitleg van het Hof over artikel 82 AVG dan ook overnemen. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de recente ontwikkelingen in deze zaak.